Iets ten westen van het Schottegat staat Landhuis Habaai (Landhuis Welgelegen, Landhuis Domini) in de bebouwde kom van Willemstad. Nabij Landhuis Habaai bevinden zich twee andere historische landhuizen: Landhuis Cas Chikitu (Landhuis Gerustheid) en Landhuis Sint Helena (Landhuis Bijgelegen, Landhuis Goedgelegen, Landhuis Sainte Hélène).
Het oorspronkelijke landhuis is nog volledig aanwezig. Landhuis Habaai verkeert in een goede staat en is een officieel monument van Curaçao. Het markante landhuis wordt beschouwd als één van de mooiste landhuizen van het Benedenwindse Eiland en was erg geliefd onder de elite van Curaçao.
Landhuis Habaai telt twee verdiepingen. Het zadeldak heeft aan beide zijden drie driehoekige dakkapellen en een in- en uitzwenkende topgevel. Het landhuis bezit een voor- en achtergalerij. De bovenverdieping loopt door tot de voor- en achtergalerij; hetgeen vrij uniek is voor Curaçaose landhuizen. Het okergeelgekleurde landhuis heeft groene daklijsten en zwarte dakpannen.
De voorgevel van Landhuis Habaai vertoont een open bogengalerij (arcade) met zeven bogen op de begane grond en zes schuiframen op de eerste verdieping. Het gesloten terras aan de voorzijde is bereikbaar via trappen. Aan de achterzijde is er op zowel de begane grond als de eerste verdieping een open bogengalerij. Het gesloten terras aan de achterzijde is omgeven door latere toevoegingen. De naam ‘Habaai’ stamt af van een voormalige Joodse bewoner.
Tussen 1630 en 1654 was een deel van Brazilië een Nederlandse kolonie; Nederlands-Brazilië genaamd, waarna het Portugees werd. In die tijd verleende de Koloniale raad een groot aantal Joden die in Brazilië woonden toestemming om zich te vestigen op Curaçao. Aan de noordwestelijke oever van het Schottegat legden zij verschillende plantages aan waaronder Plantage Habaai, Plantage Marchena, Plantage Bleinheim en Plantage De Hoop. Zo ontstond de wijk ’t Joodse Quartier (Jodenkwartier, Joodse Wijk).
Sefardische Joden, Joden wiens voorouders in Portugal en Spanje leefden, uit zowel Brazilië als Amsterdam vestigden zich in deze wijk. Van de verschillende Joodse herenhuizen die daar ontstonden, is Landhuis Habaai er één van. Het landhuis is rond 1752 gebouwd. Landhuis Habaai is één van de weinige landhuizen op die plek die tot op de dag van vandaag is blijven bestaan. Toen de Engelsen in 1805 Curaçao binnenvielen, werd er bij Landhuis Habaai verzameld om de aanval op Willemstad in te zetten. Uiteindelijk werden de Engelsen van het eiland verdreven.
Plantage Habaai is veel ouder dan het landhuis en behoort zelfs tot de oudste plantages van het tropische eiland. Oorspronkelijk was Plantage Habaai een gemengd plantagebedrijf met landbouw en veeteelt. De plantage had een grootte van 105 hectare. Ook diende Landhuis Habaai als buitenverblijf voor verschillende gouverneurs.
Tegen het einde van de 19de eeuw werd Landhuis Habaai gekocht door de Zusters Penitenten Recollectinen van de Onbevlekte Ontvangenis en kreeg het een andere functie, namelijk als internaat voor meisjes uit de hogere klasse en later als weeshuis. De vleugel aan de noordoostelijke zijde werd rond die tijd gebouwd.
Nadat het weeshuis in 1924 werd gesloten, vestigde zich in het landhuis een kinderdagverblijf. De bovenverdieping met zijn grote zolder werd verhuurd aan particulieren en gezinnen. Een opmerkelijke historische periode was dat Landhuis Habaai rond het begin van de 20ste eeuw bekend stond om zijn strohoedenproductie. Er werden strovlechtcursussen gegeven en panamahoeden werden op grote schaal geproduceerd tegen 1910.
In 1965 werd Landhuis Habaai ingrijpend gerestaureerd en omgebouwd tot een trainingscentrum met gastenkamers. Het landhuis met zijn aantrekkelijke terras aan de achterkant werd verhuurd voor bruiloften, vergaderingen en bijeenkomsten. In de jaren negentig van de vorige eeuw kwam het landhuis leeg te staan. Sinds 2007 is Gallery Alma Blou erin gevestigd; een kunstgalerie.
Kunstgalerie (Gallery Alma Blou).
Het landhuis en het terrein zijn toegankelijk voor het publiek.
Terug naar het overzicht landhuizen op Curaçao.