Dushi Curaçao
Zestig miljoen jaar geleden werd er met mastodontisch veel geweld een vulkanische massa met een oppervlakte van 444 km2 boven de wateroppervlakte van de Caribische Zee uitgetild. Curaçao werd geboren: Curaçao zag het levenslicht.
Bij het Harbor Hotel & Casino Curaçao ervaar je het beste van luxe en ontspanning. Het hotel ligt aan de prachtige haven in de historische wijk Otrabanda en op loopafstand van de bekende Pontjesbrug. Je geniet er optimaal van de levendige sfeer van het eiland. Het stijlvolle hotel biedt moderne kamers met een adembenemend uitzicht, een verkoelend zwembad en een casino. Of je nu wilt ontspannen aan het zwembad of de lokale cultuur wilt ontdekken, het Harbor Hotel & Casino biedt alles voor een onvergetelijke vakantie. Deze reis is ook te boeken als "Fly & go", dan is er een huurauto inbegrepen bij je vakantie. Meer info & Boeken
Eenmaal boven het water begint voor de pasgeborene dan – door de meedogenloze 'elementen' – een lange reis van vorming en constructie. Het stollingsgesteende – waaruit het eiland is opgebouwd – wordt al miljoenen jaren lang onderworpen aan de immer loeiende passaatwinden – die huishouden op dit stukje van de Atlantische Oceaan. Daarnaast wordt de landmassa doorlopend gebombardeerd met de zonnestralen van de koperen ploert. En op Curaçao staat de koperen ploert vrijwel altijd aan. Dit is overigens ook een van de redenen dat bijna een half miljoen toeristen het eiland jaarlijks overspoelen.
Over overspoelen gesproken. De hoge golven die midden op de Caribische Zee ontstaan, galopperen dagelijks met hoge snelheden richting de westkust van Curaçao. Eenmaal aangekomen aan de westkant, slaan deze golven te pletter op de kalksteenformaties die daar in de loop van de tijd zijn ontstaan. Het oceaanwater wordt tientallen meters hoog de lucht ingejaagd. De westkust fungeert dus als een robuuste golfbreker voor de rest van het eiland.
De straffe wind, de knallende zon, de beukende golven en het bijtende zout boetseerden uiteindelijk in miljoenen jaren tijd geduldig de vormen en contouren van het Curaçao dat wij heden ten dage aantreffen. Dit proces gaat uiteraard gewoon door. Over een paar miljoen jaar heeft het eiland weer een ander geologisch gezicht!
In 1499 zette volgens de overlevering de Spanjaard Alonso de Ojedo als eerste Europeaan voet op Curaçao. 1499 is in ieder geval een belangrijk jaartal in de geschiedenis van Curaçao. In dat jaar verscheen het eiland voor het eerst op de 'Mapa Mundi': de beroemde wereldkaart van Juan de la Cosa.
Omdat de Spanjaarden in vergelijking met de indianen op Aruba, Bonaire en Curaçao maar kleine mensen waren noemden de Spanjaarden de eilanden islas de los gigantes (eilanden van de reuzen). Later kwamen de Spanjaarden erachter dat er geen goud en geen bruikbare landbouwgronden op Aruba, Bonaire en Curaçao waren en toen noemden ze de eilanden islas inutile (nutteloze eilanden). Alle indianen werden vervolgens door de Spanjaarden van de eilanden afgevoerd en te werk gesteld in de Spaanse kopermijnen en op de suikerplantages van Hispaniola.
In het midden van de 17de eeuw zocht de West-Indische Compagnie (WIC) een nieuw steunpunt voor hun vaart op Zuid-Amerika en een marinehaven voor haar kaperschepen. In 1634 werd daarom beslag gelegd op Curaçao onder leiding van Johannes van Walbeeck. Twee jaar later, in 1636 werden vanaf Curaçao ook Bonaire en Aruba veroverd op de Spanjaarden.
Peter Stuyvesant is de beroemde Nederlands koloniaal bestuurder die een belangrijke rol heeft gespeeld in de geschiedenis van Curaçao. Peter Stuyvesant was in dienst van de WIC en werd in 1639 benoemd tot directeur-generaal van Curaçao. Dat betekende ook dat hij het bevel voerde over de twee andere Benedenwindse Eilanden: Bonaire en Aruba. Peter Stuyvesant bracht in 1662 een kort bezoekje aan Aruba. Nadat de bestuurszetel van 'Nieuw Nederland', van Curaçao naar Nieuw Amsterdam werd verplaatst, verhuisde Stuyvesant mee naar het huidige New York waar hij uiteindelijk stierf in 1672.
Blanke Nederlanders en andere blanken mensen die heden ten dage op Curaçao leven, wonen en werken worden door de lokale Curaçaose bevolking Macamba’s (Makamba’s) genoemd. Het woord Macamba betekent overigens 'moddervoet'. Daarnaast bestaat ook nog het woord 'Makamba pret', hetgeen 'zwarte Nederlander' betekent. Antilianen die lang in Europees Nederland hebben gewoond en de gewoontes en gebruiken van Europees Nederland hebben overgenomen worden Makamba pretu’s genoemd. Op dit moment wonen er ongeveer zesduizend mensen op Curaçao die in Europees Nederland geboren zijn.
In de 19de eeuw wisselde Curaçao een paar keer van eigenaar. Deze periode wordt ook wel 'de periode van verwarring' genoemd. Afwisselend waren Engelsen en Hollanders de baas op Curaçao; Engeland was in oorlog met het Frankrijk van Napoleon en veroverde tot twee maal toe Curaçao op de Hollanders. Uiteindelijk kwam in 1816, na de vrede van Londen, Curaçao weer in Nederlands bezit.
Sinds 10 oktober 2010 zijn de Nederlandse Antillen opgeheven. Curaçao en Sint Maarten zijn nieuwe landen binnen het Koninkrijk der Nederlanden geworden. Bonaire, Sint-Eustatius en Saba zijn bijzondere gemeenten van Nederland geworden. Het Koninkrijk der Nederlanden bestaat nu uit: Nederland, Aruba, Curaçao en Sint Maarten.
De slavenhandel uit de 17de eeuw die opgezet werd door de Hollanders, Engelsen, Fransen en Portugezen, vormt een zwarte bladzijde uit de wereldgeschiedenis. Zwarte Afrikanen werden vanuit Afrika naar het Caribische gebied verscheept en daar verhandeld om tewerk gesteld te worden in Noord-Amerika, Zuid-Amerika en op de Caribische eilanden. Hier moesten de slaven zwaar werk verrichten op de verschillende soorten plantages, in de havens en in de zoutpannen.
In totaal vervoerden Hollandse schepen een half miljoen slaven van de westkust van Afrika naar de koloniën in de 'West'. In 1863 werd de slavernij in de Nederlandse kolonies volledig afgeschaft. Van 1662 tot 1713 was Curaçao voor de WIC de belangrijkste spil in hun trans-Atlantische slavenhandel. De slavenhandel op Curaçao was een doorvoerhandel. Nederlandse slavenschepen brachten slaven vanuit Afrika naar Curaçao. Vanaf hier werd het grootste deel van de slaven door Spaanse slavenschepen naar het vasteland van Midden- en Zuid-Amerika gebracht. Slechts een klein deel van de slaven werd tewerkgesteld op de plantages van Curaçao.
Net als de haven van Rotterdam nu, waar jaarlijks miljoenen zeecontainers worden op- en overgeslagen, werden in de haven van Willemstad vanaf 1662 jaarlijks tienduizenden slaven tijdelijk gehuisvest en doorverhandeld. In 1863 werd op Curaçao de slavernij opgeheven. Vanaf dat moment kregen alle slaven en slavinnen hun vrijheid terug en kregen de eigenaren driehonderd gulden per geëmancipeerde slaaf van de Nederlandse overheid als compensatie. In totaal zijn er op Curaçao 112.000 slaven verhandeld. Enerzijds voor de doorvoer naar het Amerikaanse continent en anderzijds om tewerkgesteld te worden op de vierhonderd plantages die het eiland kende.
Het toerisme is voor Curaçao van enorm belang en zorgt ervoor dat een groot deel van de Curaçaoënaren direct of indirect met deze bedrijfstak van doen hebben. Jaarlijks bezoeken bijna 500.000 toeristen Curaçao. Het zijn voornamelijk Nederlanders, Amerikanen, Canadezen en Venezolanen die het Caribische eiland weten te vinden. De adembenemend mooie onderwaterwereld, de stranden, de vriendelijkheid van de Curaçaoënaren, Willemstad en het stabiele klimaat zijn belangrijke eigenschappen van Curaçao die het voor toeristen een aantrekkelijke reisbestemming maken.