De wereld bestaat uit 194 verschillende landen. Op Curaçao hebben zich mensen uit maar liefst 107 verschillende landen gevestigd. Dus 55 procent van alle volkeren zijn op Curaçao vertegenwoordigd. Het spreekt voor zich dat deze 107 nationaliteiten ook allemaal hun eigen culinaire voorkeuren naar het eiland gebracht hebben. De oorspronkelijke bewoners van Curaçao, de Indianen, lieten al hun culinaire sporen achter op het eiland in de vorm van speciale pepers en zeldzame knolgewassen. Vervolgens brachten de Spaanse ontdekkers hun speciale mediterrane recepten aan wal. Tot slot namen in de ‘oude tijd’ de Nederlandse kooplieden ook hun eigen lekkernijen mee naar Curaçao.
Op de drijvende markt in Willemstad koop je voordelig groente en fruit.
Tegenwoordig is de Curaçaose keuken dus een zeer rijke keuken. Een Antilliaanse keuken die inmiddels honderden heerlijke gerechten omvat. Kip, geit en vis zijn drie typische producten die vaak verwerkt worden in authentieke Curaçaose gerechten.
Als je op Curaçao de menukaart in een restaurant aan het bestuderen bent, kunnen je ogen op het gerecht ‘sopi di yuwana’ vallen. Navraag bij de dienstdoende ober zal leren dat dit een van de groene leguaan getrokken soepje is.
In Nederland zitten groene leguanen enkel en alleen gevangen in luxe terrariums, op Curaçao daarentegen huppelen ze frank en vrij rond in de wildernis. Sommige exemplaren zijn echter op een dag de klos en worden dan uit de natuur geoogst om te worden verwerkt in soepen of stoofpotten. De smaak van groene leguanen lijkt op die van kippen. De beesten worden derhalve op Curaçao – en de twee andere ABC-eilanden Aruba en Bonaire – boomkippen genoemd.