Landhuis Barber bevindt zich in het noordwesten van Curaçao; aan de noordkant van het dorpje Barber. Deze regio van het eiland staat bekend als Bandabou (Band’abou) met Barber als belangrijkste plaatsje. Landhuis Barber heeft als bijnaam Cabrietenberg of Kabrietenberg (Kabrietenberg is ook de naam van een 78 meter hoge berg in het zuidwesten van Curaçao). Het koloniale landhuis is nog volledig aanwezig, verkeert in een goede staat en is een officieel monument van Curaçao.
Recht tegenover het landhuis bevinden zich de Church of St. Joseph (Parokia di San Jose) en een bovengrondse begraafplaats. Achter Landhuis Barber ligt Hòfi Pastor: een natuurparkje met eeuwenoude bomen. Iets ten zuidoosten van het landhuis liggen Landhuis Dokterstuin en de ruïne van Landhuis Patrick.
Aanvankelijk bestond de kern van Landhuis Barber uit één verdieping. Wat verder in de tijd is een tweede verdieping toegevoegd. Het witte landhuis is in het bezit van een zadeldak met rode dakpannen. Het een zadeldak is niet voorzien van dakkapellen. Het zadeldak boven het kerngebied is omsloten door trechtervormige gevels (tuitgevels).
Landhuis Barber heeft aan de zuid- en noordzijde een galerij waarbij de galerij aan de noordzijde smaller is dan die van de zuidzijde. Beide galerijen hebben één verdieping en zijn voorzien van een lessenaarsdak met rode dakpannen. De voorgevel van het landhuis bevat een centrale deur met aan weerszijden drie hoge ramen. Op de eerste verdieping van de kern bevinden zich vier schuiframen. Tussen het kerngebied en de galerijen zijn boogopeningen aanwezig.
In 1711 werd Plantage Barbara gesticht door Barbara Boom-Exteen (1670-1735). Zij was de dochter van Jurriaan Jansz Janzs Exteen (1640-1674) en Catharina Marquant (1650-1739). Jurriaan Jansz Janzs Exteen was eigenaar van een andere plantage: Plantage Ascencion. Plantage Ascencion ligt iets ten zuidoosten van Plantage Barbara. Gaandeweg verbasterde de naam Plantage Barbara in Plantage Barber. Landhuis Barber stond aan de rand van de plantage. Plantage Barber had een grootte van 283 hectare en werd aanvankelijk gebruikt om wol te produceren. Later werden er ook agaveplanten gekweekt voor de fabricage van sisal. Sisal is een vezel die gebruikt wordt voor het maken van onder andere touwen.
Martinus Niewindt (1796-1860) kocht in 1833 Plantage Barber. Niewindt was pastoor, de eerste apostolisch vicaris van Curaçao en titulair bisschop van Chytri. Het landhuis kreeg hierdoor een andere functie; het werd een seminarie en school. Dit was ook de tijd dat de tweede verdieping op het landhuis werd gebouwd. Op deze manier ontstond er huisvestingsruimte voor de priesterstudenten. In 1913 kocht de Curaçaose overheid Plantage Barber, maar het landhuis bleef in het bezit van de Rooms-Katholieke Kerk. Vanaf die tijd, tot en met de dag van vandaag wordt Landhuis Barber gebruikt als pastorie.
Achter Landhuis Barber bevindt zich Hòfi Pastor: een klein parkje. Het parkje is vernoemd naar pastoor Niewindt. Het is een oude boomgaard dat tegenwoordig als natuurpark fungeert. In het parkje, met een grootte van 13 hectare, heb je de keuze uit twee wandelroutes: geel en rood. Als je de rode route volgt, komt je langs prachtige tropische bomen en dito planten. De gele route leidt naar de top van een heuvel waar je van een panoramisch uitzicht kunt genieten. De absolute topattractie van Hòfi Pastor is een imposante kapokboom (Ceiba pentandra) die er groeit en bloeit. Met zijn 800 jaar is het zelfs de oudste boom van Curaçao. Hòfi Pastor wordt beheerd door Amigo di Terre (Vrienden van de Aarde).
Pastorie.
Het terrein rondom Landhuis Barber is toegankelijk voor het publiek. Het landhuis zelf daarentegen is niet toegankelijk voor belangstellenden.
Weg naar de Westpunt z/n, Barber. Landhuis Barber is met de auto te bereiken en is in het bezit van parkeerplaatsen.
Terug naar het overzicht landhuizen op Curaçao.