Landhuis Blauw (Landhuis Blaauw) bevindt zich aan de midwestkant van Curaçao. Iets ten zuidwesten van het landhuis ligt Blauwbaai (Blauw Baai, Blue Bay) aan de Caribische Zee. De bijnamen van Landhuis Blauw luiden Blije Rust, Grote Blauw en Blauw-Blauw.
Landhuis Blauw is nog volledig aanwezig en heeft een T-vormig zadeldak. Dit dak bevat zeven dakkapellen. Het geelgekleurde landhuis heeft een tuitgevel. Aan alle zijden van Landhuis Blauw bevinden zich terrassen die overdekt zijn. De zuidwestzijde wordt opgesierd door een galerij die met een lessenaarsdak bedekt is.
Plantage Blauw (Plantage Blaauw) werd omstreeks het jaar 1700 gesticht door Anno Blauw (Anno Blaauw) en had een grootte van 226 hectare. Op de plantage werden rozen, limoenen, sinaasappels en indigoplanten verbouwd. Blauw woonde niet lang op het eiland. De plantage heeft gedurende haar bestaan veel verschillende eigenaren gehad. In 1783 werd Plantage Blauw omgedoopt tot Blije Rust. Toen Franse piraten in het jaar 1800 aan wal gingen, werd de plantage geplunderd en bezet. Landhuis Blauw werd omstreeks het jaar 1800 op de plantage gebouwd. In de 1900 kwam de plantage in bezit van de familie Jacobs. Zij verkochten de plantage in 1990. Daarna is op het terrein een resort en golfbaan verrezen.
De indigoplanten op Plantage Blauw werden verbouwd om er uiteindelijk indigo van te maken. Indigo is een blauwe kleurstof. Aan het einde van de 17de eeuw en aan het begin van de 18de eeuw was er een grote vraag naar indigo in Nederland. Op Curaçao werden twee soorten indigoplanten verbouwd: Indigofera tinctoria en Indigofera suffiruticosa. Als de planten groot genoeg waren, werden ze geoogst. Ze werden net boven de grond afgesneden waarbij de wortels in de grond bleven.
Om indigo te maken werd op Curaçao gebruikgemaakt van een systeem van drie bakken (rottingsbak, slagbak en vangbak). De drie bakken tezamen werden de indigobak genoemd. Het leeuwendeel van de indigobakken werd gemaakt van kalksteen. De drie bakken werden op verschillende hoogtes gebouwd waardoor het water van de hoogste bak uiteindelijk kon doorlopen naar de laagste bak. Omdat het proces veel water vereiste, moest de indigobak in de buurt van water worden gebouwd. Door de stank die het proces veroorzaakte, werd de indigobak bovendien op grote afstand van het landhuis gebouwd.
De afgesneden indigoplanten werden in de met watergevulde rottingsbak geplaatst. Deze bak werd met planken afgedekt. Het rottingsproces duurde één dag. Nadat het rottingsproces was verlopen, werd de vloeistof doorgelaten naar de slagbak. Het doorgelaten water was groenblauw gekleurd; hetgeen bewees dat het rottingsproces de blauwe kleurstof aan de plant had onttrokken. In de slagbak werd de vloeistof een paar uur geslagen (geklopt) om er lucht in te brengen. Door het slaan (kloppen) van de vloeistof ontstond er een verbinding tussen zuurstof en de opgeloste kleurstof waardoor zich kleine indigo-korreltjes vormden. Vervolgens liet men de indigo-korreltjes bezinken in de slagbak. Daaropvolgend liet men het indigo-bezinksel doorlopen naar de vangbak. Vervolgens werd het indigo-bezinksel in zakken gedaan waardoor het resterende water kon weglekken. Daarna werd de substantie gedroogd en was het eindproduct klaar: indigokleurstof.
In de schuur van Landhuis Blauw werden zakken met het poedervormige indigo gevonden. De indigobak is helaas niet meer op het terrein aanwezig. Het is natuurlijk frappant dat een man die als achternaam Blauw had, een blauwe kleurstof produceerde op zijn plantage. Indigo was overigens niet alleen een belangrijke kleurstof, men dacht ook dat het magische krachten bezat tegen het kwaad.
De Tweede Wereldoorlog kende verschillende strijdtonelen. De meeste strijd werd geleverd in Europa en Azië, maar ook in de Caribische archipel werd flink gevochten. Ondanks het feit dat Curaçao en Aruba kleine eilanden zijn, speelden zij een zeer belangrijke rol in de Tweede Wereldoorlog. Op de twee eilanden stonden namelijk olieraffinaderijen en olieopslagtanks die in 1941 al tachtig procent van de vliegtuigbenzine leverden van de westelijke geallieerden. In de Caribische Zee wemelde het tijdens de oorlog van de U-boten van Nazi-Duitsland die het onder andere gemunt hadden op de olie-installaties op Curaçao en Aruba.
Op 13 januari 1942 kwamen de eerste Amerikaanse soldaten aan op Curaçao. Niet veel later werd een olietanker in de haven van Curaçao door een torpedo van een U-boot naar de oceaanbodem geschoten. Dit was voor de Amerikanen het startsein om de verdedigings- en veiligheidsoperaties op Curaçao versneld op te schalen. Op 11 februari 1942 arriveerden Amerikaanse versterkingen op het eiland: dertienhonderdzevenentwintig militairen.
De Amerikanen legden vijf batterijen op Curaçao aan: Blauwbaai (144 mm kanons en 37 mm luchtafweerkanons), Fort Nassau (88 mm zee- en luchtafweerkanons), Ser’i Domi (40 mm luchtafweerkanons), Seru Karpata (40 mm luchtafweerkanons) en Seru Warawara (40 mm luchtafweerkanons). Net als in de 17e en 18e eeuw zou je deze batterijen ‘forten’ kunnen noemen die geheel zelfstandig konden opereren. De batterijen werden permanent bezet door militairen.
De kust van Plantage Blauw was uitermate geschikt als locatie voor batterij Blauwbaai (Blaauwbaai Battlestation). Vanaf deze kustbatterij kon men de haven, olieraffinaderij en olieopslagtanks goed verdedigen. Op Plantage Blauw werden ook nog een commandopost en barakken gebouwd. De barakken dienden als onderkomen voor een infanterie bataljon. In totaal werden er bij Blauwbaai vier 144 mm kanons geplaatst. Deze konden 360 graden draaien en werden ‘Long Toms’ genoemd.
Batterij Blauwbaai kwam tijdens de oorlog één keer in actie. Nadat een U-boot de olieopslagtanks onder vuur nam, werd de Duitse duikboot zelf onder vuur genomen door Batterij Blauwbaai. De duikboot kon ternauwernood ontkomen. Gaandeweg de oorlog torpedeerden U-Boten veel schepen in de wateren van Curaçao, maar bleven wijselijk uit het schootsveld van Batterij Blauwbaai.
In 1946 verlieten de laatste Amerikaanse soldaten Batterij Blauwbaai; de oorlog was voorbij. De barakken werden afgebroken, de kanonnen ontmanteld en Plantage Blauw werd weer teruggeven aan de eigenaar. In 1993 werden de restanten van deze batterij ontdekt en blootgelegd. Nadat alle overwoekeringen van struiken en bomen waren weggekapt, kwamen de overblijfselen van de barakken, bunkers, loopgraven en kanonnen tevoorschijn. Om dit historische militaire erfgoed te borgen voor toekomstige generaties werd de stichting ‘Battlestation Blaauw, Force Curaçao 1942’ opgericht.
Landhuis Blauw is nu de receptie en het clubhuis van het Blue Bay Curaçao Golf & Beach Resort.
Het landhuis en het terrein zijn alleen toegankelijk voor de gasten van het Blue Bay Curaçao Golf & Beach Resort.
Weg naar Bullenbaai z/n.
Terug naar het overzicht landhuizen op Curaçao.